ECLI:NL:CRVB:2015:4391
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. van Leeuwen
- J.R. van Ravenstein
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van arbeidsmogelijkheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft de weigering van een WAO-uitkering aan appellante door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellante had in 2011 een aanvraag ingediend voor een uitkering, maar het Uwv concludeerde dat zij minder dan 15% arbeidsongeschikt was. Dit besluit werd in een later bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank Gelderland bevestigde deze beslissing, waarbij werd opgemerkt dat de rapporten van de verzekeringsartsen blijk gaven van een zorgvuldig onderzoek en dat appellante geen nieuwe medische gegevens had overgelegd die tot een andere conclusie konden leiden.
In hoger beroep voerde appellante aan dat het Uwv haar aanvraag niet zorgvuldig had beoordeeld en dat er onvoldoende medische beperkingen waren aangenomen. De Raad oordeelde echter dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep alle relevante medische gegevens had betrokken en dat er geen reden was om te twijfelen aan de juistheid van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) die de beperkingen van appellante op de datum in geding weergaf. De Raad concludeerde dat de aan appellante voorgehouden functies medisch geschikt waren, en dat de argumenten van appellante niet voldoende waren om de eerdere oordelen te weerleggen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door voorzitter H. van Leeuwen en griffier J.R. van Ravenstein, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.