ECLI:NL:CRVB:2015:4186
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Hillen
- J.F. Bandringa
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van een bijstandsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellante had bijstand aangevraagd en gekregen, maar het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas heeft haar bijstand opgeschort en later ingetrokken omdat zij niet voldeed aan de opgelegde verplichtingen. De Raad voor de Rechtspraak heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waarbij het college had gesteld dat appellante niet de benodigde informatie had verstrekt over haar financiële situatie, waaronder bankafschriften en gegevens over haar ex-echtgenoot.
De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank Limburg bevestigd, waarin het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond werd verklaard. De Raad oordeelde dat appellante de inlichtingenverplichting had geschonden, waardoor het college niet in staat was om vast te stellen of appellante recht had op bijstand. De Raad benadrukte dat het aan appellante was om aan te tonen dat zij recht had op bijstand, wat zij niet had gedaan. De Raad concludeerde dat de intrekking van de bijstand terecht was en dat de terugvordering van de gemaakte kosten ook gerechtvaardigd was.
De uitspraak werd gedaan op 24 november 2015 door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing in het openbaar hebben uitgesproken. Er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken, omdat hiervoor geen aanleiding bestond.