ECLI:NL:CRVB:2015:4082
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet in behandeling nemen bijstandsaanvraag en terugvordering voorschot
In deze zaak heeft appellante op 17 mei 2013 bijstand aangevraagd op grond van de Wet werk en bijstand. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft op 11 juni 2013 een voorschot in de vorm van een lening verstrekt. Echter, op 24 juni 2013 heeft een klantmanager appellante verzocht om aanvullende gegevens, waaronder bankafschriften van zes bankrekeningen. Appellante heeft op 9 juli 2013 enkele gegevens overgelegd, maar het college heeft op 15 juli 2013 besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen omdat niet alle gevraagde bewijsstukken waren ingeleverd. Tevens heeft het college het verstrekte voorschot teruggevorderd.
De rechtbank Rotterdam heeft in de aangevallen uitspraak het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Appellante is in hoger beroep gegaan, waarbij zij aanvoert dat zij alle gevraagde stukken heeft ingeleverd en dat het college enkele stukken verloren heeft. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat het college op goede gronden de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld, omdat appellante niet volledig heeft voldaan aan de verzoeken om aanvullende informatie.
Daarnaast heeft appellante aangevoerd dat er dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien, maar de Raad heeft geoordeeld dat de door appellante aangevoerde omstandigheden niet als dringende redenen kunnen worden aangemerkt. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en wijst het hoger beroep van appellante af.