ECLI:NL:CRVB:2015:3900
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van hoger beroep en verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 november 2015 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. Het hogerberoepschrift was niet tijdig ingediend, wat leidde tot de eerdere uitspraak van de Raad op 11 november 2014. Appellant had verzet aangetekend, stellende dat hij niet eerder op de hoogte was gesteld van de uitspraak van de rechtbank van 14 mei 2014. De Raad heeft echter vastgesteld dat de uitspraak op 15 mei 2014 op het juiste adres van appellant was verzonden, maar retour was gekomen. Een tweede verzending vond plaats op 12 juni 2014, waarbij appellant werd gewezen op de termijn voor het indienen van hoger beroep. Ondanks een derde verzending op 17 juli 2014, werd het hogerberoepschrift pas op 23 juli 2014 ontvangen, wat buiten de termijn viel. De Raad oordeelde dat appellant niet in verzuim was geweest en dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. Het beroep op artikel 8:39 van de Algemene wet bestuursrecht werd door de Raad verworpen, omdat de rechtbank de uitspraak op de voorgeschreven wijze had bekendgemaakt. De Centrale Raad van Beroep verklaarde het verzet ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.