ECLI:NL:CRVB:2015:3604
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Oplegging maatregel na niet verschijnen bij sollicitatietraining
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de rechtbank het beroep van appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam ongegrond heeft verklaard. Appellant ontving sinds 1 mei 2012 bijstand op grond van de Wet werk en Bijstand (WWB). Het college had appellant een schriftelijke waarschuwing opgelegd wegens het niet verschijnen bij een sollicitatietraining op 13 augustus 2012. Na een tweede verzuim om niet te verschijnen op een introductietraining in het kader van een re-integratietraject, heeft het college besloten de bijstand van appellant met 30% te verlagen voor de duur van een maand. Appellant heeft aangevoerd dat hij door een val met zijn scooter en griep niet in staat was om te verschijnen op de training, maar de Raad oordeelt dat deze omstandigheden niet voldoende zijn om het verwijtbare gedrag van appellant te ontkennen. De Raad bevestigt dat de introductietraining moet worden aangemerkt als een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling en dat appellant niet heeft voldaan aan zijn arbeidsverplichtingen. De Raad komt tot de conclusie dat het college terecht de bijstand heeft verlaagd en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.