ECLI:NL:CRVB:2015:3587

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
30 september 2015
Publicatiedatum
16 oktober 2015
Zaaknummer
14/4298 AWBZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallenverklaring van eerdere uitspraak in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep onder zaaknummer 14/4298 AWBZ. De appellant, vertegenwoordigd door mr. V.J.M. Janszen, heeft verzocht om de vervallenverklaring van de uitspraak van de Raad van 1 april 2015. Dit verzoek is gedaan op grond van het feit dat fundamentele procedurevoorschriften zijn geschonden, met name dat de appellant geen oproeping heeft ontvangen voor de zitting van 19 februari 2015. De Raad heeft vastgesteld dat de kennisgeving voor deze zitting op 13 januari 2015 aangetekend is verzonden naar het bij de Raad bekende adres van de gemachtigde van de appellant, maar deze is door PostNL geretourneerd met de aantekening 'geweigerd' en 'niet bekend op dit adres'.

Na telefonisch contact met het advocatenkantoor is de kennisgeving opnieuw aangetekend verzonden op 27 januari 2015 naar hetzelfde adres, maar deze is niet retour gekomen. Uit onderzoek bij PostNL bleek dat de zending niet bij de juiste geadresseerde is aangekomen, waardoor de appellant niet in staat was om zijn standpunt toe te lichten tijdens de zitting. De Centrale Raad van Beroep heeft daarom geoordeeld dat de uitspraak van 1 april 2015 vervallen moet worden verklaard.

Daarnaast heeft de Raad besloten dat het Uwv (Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen) moet worden veroordeeld in de kosten van rechtsbijstand die de appellant heeft gemaakt voor dit verzoek, begroot op € 490,-. De uitspraak is gedaan door H.C.P. Venema, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

14/4298 AWBZ
Datum uitspraak: 30 september 2015
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak tot vervallenverklaring van de uitspraak van de Raad van 1 april 2015,
14/4298 AWBZ
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)

CAK

PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. V.J.M. Janszen, advocaat, bij brief van 17 april 2015 de Raad verzocht de uitspraak van de Raad van 1 april 2015 vervallen te verklaren, omdat - kort gezegd - fundamentele procedurevoorschriften zijn geschonden.
CAK is in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk uit te laten over het voornemen om de uitspraak vervallen te verklaren.
CAK heeft bij brief van 8 september 2015 van die gelegenheid gebruik gemaakt en conformeert zich aan de beslissing van de Raad.

OVERWEGINGEN

1. Appellant heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat er geen oproeping is ontvangen voor de zitting van 19 februari 2015.
2. Vast staat dat bij aangetekend verzonden brief van 13 januari 2015 de Raad de kennisgeving voor de zitting van 19 februari 2015 aan de gemachtigde van appellant op het bij de Raad bekende adres heeft verzonden. Op 27 januari 2015 is deze brief door PostNL geretourneerd met de aantekening “geweigerd”. Op de geretourneerde enveloppe is tevens een handgeschreven mededeling geplaatst “niet bekend op dit adres”. Na het telefonisch inwinnen van informatie bij het betreffende advocatenkantoor is de brief van 13 januari 2015 nogmaals aangetekend verzonden op 27 januari 2015 naar hetzelfde (correcte) adres. Deze brief is niet bij de Raad retour gekomen.
3. Uit onderzoek bij PostNL is gebleken dat de betreffende zending niet bij de juiste geadresseerde terecht is gekomen en dat deze daarom als vermist moet worden beschouwd. Nu niet kan worden aangenomen dat de uitnodiging voor de zitting van 19 februari 2015 te bestemder plaatse is aangekomen, moet het er voor worden gehouden dat appellant niet in staat is gesteld op de zitting van de Raad zijn standpunt toe te lichten. De uitspraak van
1 april 2015 zal vervallen worden verklaard. Na de vervallenverklaring van de uitspraak zal de zaak door een andere kamer van de Raad opnieuw worden behandeld.
4. Aanleiding bestaat om het Uwv te veroordelen in de kosten van rechtsbijstand verleend voor het verzoek. Deze kosten worden begroot op € 490,-.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
- verklaart zijn uitspraak van 1 april 2015, 14/4298 AWBZ, vervallen;
- veroordeelt het Uwv in de kosten van appellant tot een bedrag van € 490,-.
Deze uitspraak is gedaan door H.C.P. Venema, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 30 september 2015.
(getekend) H.C.P. Venema
(getekend) M.D.F. de Moor

AP