ECLI:NL:CRVB:2015:3497
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en de beoordeling van medische belastbaarheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de intrekking van de WAO-uitkering van appellante, die door het Uwv was vastgesteld op 9 november 2011. Het Uwv concludeerde dat appellante met ingang van 10 januari 2012 geen recht meer had op een uitkering, omdat zij minder dan 15% arbeidsongeschikt was. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit werd ongegrond verklaard door het Uwv op 12 juli 2012. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit eveneens ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat het onderzoek door de verzekeringsarts onzorgvuldig was en dat haar medische beperkingen onvoldoende waren verwoord in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). De Raad heeft psychiater H.N. Sno als deskundige benoemd, die op 7 mei 2015 rapporteerde dat hij zich kon verenigen met de door de verzekeringsarts vastgestelde belastbaarheid, met uitzondering van het item over het uiten van eigen gevoelens. De verzekeringsarts heeft de FML daarop bijgesteld.
De Raad heeft overwogen dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van de onderzoeken door de verzekeringsartsen. De Raad concludeert dat appellante, uitgaande van de bijgestelde FML, in staat moet worden geacht de geselecteerde functies te vervullen. De aangevallen uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en het hoger beroep van appellante wordt afgewezen.