ECLI:NL:CRVB:2015:3436
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht
Op 7 oktober 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/6755 WSF-V. Deze uitspraak betreft het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 27 mei 2015, waarin het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk werd verklaard. De reden voor deze niet-ontvankelijkheid was dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn van vier weken was betaald. Appellant heeft verzet aangetekend, stellende dat hij nooit een verzoek tot betaling van het griffierecht heeft ontvangen.
Tijdens de zitting op 23 september 2015 zijn partijen niet verschenen, met uitzondering van de Minister, die voorafgaand aan de zitting een bericht had gestuurd. De Raad heeft overwogen dat het griffierecht niet is betaald en dat appellant in verzuim is geweest. De brieven van de Raad, waarin het griffierecht werd opgeëist, zijn naar het juiste adres van appellant verzonden en zijn niet retour ontvangen. De Raad heeft informatie opgevraagd bij PostNL, waaruit bleek dat de brief van 19 januari 2015 op 20 januari 2015 is afgeleverd. De Raad concludeert dat het risico van het niet ontvangen van de brief bij appellant ligt.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door T.G.M. Simons, met D.W.M. Kaldenhoven als griffier.