ECLI:NL:CRVB:2015:3431
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van hoger beroep inzake tijdige indiening van beroepschrift
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 oktober 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn hogerberoepschrift. De zaak betreft een verzet dat is ingesteld door mr. K. Bingöl, advocaat van appellant, tegen de uitspraak van de Raad van 4 februari 2015, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De Raad heeft vastgesteld dat de laatste dag voor indiening van het beroepschrift 13 november 2014 was, maar dat het beroepschrift pas op 21 november 2014 ter post was bezorgd en op 24 november 2014 bij de Raad was ontvangen. Appellant stelde dat het beroepschrift tijdig was gepost en dat de vertraging te wijten was aan gebrekkige postbezorging. De Raad oordeelde echter dat de enkele verklaring van de gemachtigde niet voldoende was om aan te tonen dat het beroepschrift eerder ter post was bezorgd. Bovendien werd opgemerkt dat het beroepschrift ook niet binnen een week na afloop van de termijn bij de Raad was ontvangen, waardoor het niet tijdig was ingediend. De Raad concludeerde dat er geen reden was om de niet-ontvankelijkverklaring achterwege te laten, aangezien appellant had gekozen voor niet-aangetekende verzending. Het verzet werd ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.