ECLI:NL:CRVB:2015:3393
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor huur wegens te late indiening
In deze zaak heeft appellante, N[appellante], op 6 september 2012 bijzondere bijstand aangevraagd voor de eerste huurtermijn van haar nieuwe woning in Vlaardingen, na haar verhuizing vanuit Baarn. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen op 19 september 2012, omdat de kosten al vóór de aanvraag waren voldaan. Appellante heeft hiertegen bezwaar aangetekend, maar dit werd op 17 januari 2013 ongegrond verklaard. De rechtbank Rotterdam heeft op 22 augustus 2013 het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, omdat zij niet aannemelijk had gemaakt dat zij niet in staat was om tijdig een aanvraag in te dienen.
Appellante heeft hoger beroep ingesteld, waarbij zij aanvoert dat haar psychische gesteldheid haar belemmerde om de aanvraag tijdig in te dienen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 14 juli 2015 behandeld, maar beide partijen zijn niet verschenen. In de beoordeling heeft de Raad vastgesteld dat de argumenten van appellante in hoger beroep niet wezenlijk verschillen van die in de eerdere procedures. De Raad concludeert dat appellante niet voldoende bewijs heeft geleverd dat haar psychische klachten haar daadwerkelijk verhinderden om tijdig een aanvraag in te dienen.
De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door E.C.R. Schut, in tegenwoordigheid van R.G. van den Berg als griffier, en is openbaar uitgesproken op 6 oktober 2015.