Uitspraak
BESLISSING
- verklaart het verzet ongegrond;
- bepaalt dat het in hoger beroep betaalde griffierecht van €122,- door de griffier van de Centrale Raad van Beroep aan appellante wordt terugbetaald.
Centrale Raad van Beroep
Op 23 september 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/3575 ANW-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet tijdig was betaald. De appellante, woonachtig in Marokko, had problemen ondervonden bij het betalen van het griffierecht en had een familielid in Nederland gevraagd om dit voor haar te voldoen. De Raad oordeelde echter dat appellante in het verzet geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die rechtvaardigden dat zij niet in verzuim was geweest. De Raad benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van appellante was om tijdig te communiceren over haar betalingsproblemen, wat zij niet had gedaan. Desondanks besloot de Raad om het te laat betaalde griffierecht van €122,- aan appellante terug te betalen. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door de enkelvoudige kamer, met T.G.M. Simons als voorzitter en D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De uitspraak werd openbaar gedaan en is vastgelegd in een proces-verbaal.