ECLI:NL:CRVB:2015:3288
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van verzet in hoger beroep tegen uitspraak van de rechtbank Amsterdam
Op 23 september 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/5079 WAO-V. Het betreft een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 14 juli 2014, met nummer 13/6746. De appellant, woonachtig in Marokko, had verzet aangetekend tegen de uitspraak van de rechtbank. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), de heer F.M.J. Eijmaal, aanwezig. De voorzitter van de enkelvoudige kamer, T.G.M. Simons, heeft het verzet niet-ontvankelijk verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat het verzetschrift niet tijdig is ingediend. De appellant voerde aan dat hij ziek was en nooit naar school is geweest, wat volgens hem de reden was voor de termijnoverschrijding. De Raad oordeelde echter dat de appellant geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen die zouden rechtvaardigen dat hij niet in verzuim was. De medische belemmeringen die hij aanvoerde, waren niet onderbouwd, waardoor de Raad geen aanleiding zag om het verzet ontvankelijk te verklaren.
Daarnaast heeft de Raad besloten dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is vastgelegd in een proces-verbaal, ondertekend door de griffier D.W.M. Kaldenhoven en de voorzitter T.G.M. Simons.