ECLI:NL:CRVB:2015:3286

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 september 2015
Publicatiedatum
29 september 2015
Zaaknummer
14/5614 WAO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaald griffierecht

Op 23 september 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/5614 WAO-V. Dit betreft een verzet tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 28 augustus 2014, waarin het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De appellant, woonachtig in Marokko, heeft in verzet aangevoerd dat hij het griffierecht wel degelijk heeft betaald en dat hij bereid is om dit bedrag opnieuw te voldoen.

De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van de appellant beoordeeld en geconcludeerd dat er geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die erop wijzen dat de appellant niet in verzuim is geweest. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant zijn stelling dat hij het griffierecht heeft betaald niet met bewijsstukken heeft onderbouwd. Het wettelijke stelsel biedt geen ruimte voor het verlenen van een nieuwe termijn voor de betaling van het griffierecht.

De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is dat het verzet ongegrond is verklaard. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, met T.G.M. Simons als voorzitter en D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt op 30 september 2015.

Uitspraak

Datum uitspraak: 23 september 2015
14/5614 WAO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 28 augustus 2014, 14/2338 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: D.W.M. Kaldenhoven
Ter zitting is verschenen: F.M.J. Eijmaal, vertegenwoordiger van het Uwv

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht van 29 mei 2015 heeft de Raad het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
In verzet heeft appellant aangevoerd dat hij het griffierecht wel heeft betaald en dat hij ook bereid is het griffierecht nogmaals te betalen.
De Raad is van oordeel dat appellant in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij niet in verzuim is geweest. Appellant heeft zijn stelling dat hij het griffierecht heeft betaald niet met bewijsstukken onderbouwd. Het wettelijke stelsel biedt geen ruimte om appellant een nieuwe termijn voor de betaling van het griffierecht te gunnen.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven (getekend) T.G.M. Simons
IvR