ECLI:NL:CRVB:2015:3285
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank Amsterdam inzake AOW
Op 23 september 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/5358 AOW-V. Het betreft een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 april 2014, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De appellant, woonachtig in Marokko, had zijn hogerberoepschrift te laat ingediend. De rechtbank had op 22 april 2014 een afschrift van de uitspraak per aangetekende brief naar het juiste adres van de appellant gestuurd. Deze uitspraak werd retour ontvangen, waarna op 2 juli 2014 een tweede verzending plaatsvond. De appellant werd erop gewezen dat deze tweede verzending geen invloed had op de termijn voor het indienen van hoger beroep. De uiterste datum voor het indienen was 3 juni 2014, maar het hogerberoepschrift werd pas op 12 september 2014 ter post bezorgd en op 24 september 2014 door de Raad ontvangen. Hierdoor was het hogerberoepschrift niet tijdig ingediend.
In het verzetschrift stelde de appellant dat hij de uitspraak te laat had ontvangen, maar de Raad oordeelde dat dit geen verschoonbare termijnoverschrijding opleverde. Er waren geen feiten of omstandigheden die erop wezen dat de appellant niet in verzuim was. De Raad verklaarde het verzet ongegrond en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, met D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en vond plaats in het openbaar.