ECLI:NL:CRVB:2015:3284

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 september 2015
Publicatiedatum
29 september 2015
Zaaknummer
14/6316 WAO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van verzet in hoger beroep tegen uitspraak van de rechtbank Amsterdam

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 september 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 14/6316 WAO-V. Het betreft een verzet dat door de appellant is ingediend tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 7 oktober 2014. De appellant, woonachtig in Marokko, heeft verzet aangetekend tegen de beslissing van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van het Uwv, F.M.J. Eijmaal, aanwezig.

De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet binnen de gestelde termijn van vier weken, zoals vermeld in de aangetekend verzonden brief van 1 juni 2015, de gronden van het verzet heeft ingediend. Pas op 7 juli 2015, en ontvangen op 20 juli 2015, heeft de appellant de gronden ingediend. De Raad heeft geoordeeld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat het verzuim niet aan de appellant kan worden verweten. Hierdoor is het verzet niet-ontvankelijk verklaard.

De uitspraak houdt in dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De beslissing is genomen door de enkelvoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de griffier D.W.M. Kaldenhoven de processtukken heeft vastgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan geraadpleegd worden via de rechtspraak.nl website.

Uitspraak

Datum uitspraak: 23 september 2015
14/6316 WAO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 7 oktober 2014, 14/1113
(aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: D.W.M. Kaldenhoven
Ter zitting is verschenen: F.M.J. Eijmaal, vertegenwoordiger van het Uwv

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

De Raad stelt vast dat appellant binnen de bij - aangetekend verzonden - brief van 1 juni 2015 gestelde termijn van vier weken geen gronden van het verzet heeft ingediend. Eerst bij brief van 7 juli 2015, bij de Raad ontvangen op 20 juli 2015, heeft appellant de gronden van het verzet ingediend. Van feiten of omstandigheden die leiden tot het oordeel dat dit verzuim niet aan appellant kan worden verweten, is niet gebleken.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven (getekend) T.G.M. Simons
IvR