ECLI:NL:CRVB:2015:3284
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van verzet in hoger beroep tegen uitspraak van de rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 september 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 14/6316 WAO-V. Het betreft een verzet dat door de appellant is ingediend tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 7 oktober 2014. De appellant, woonachtig in Marokko, heeft verzet aangetekend tegen de beslissing van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van het Uwv, F.M.J. Eijmaal, aanwezig.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet binnen de gestelde termijn van vier weken, zoals vermeld in de aangetekend verzonden brief van 1 juni 2015, de gronden van het verzet heeft ingediend. Pas op 7 juli 2015, en ontvangen op 20 juli 2015, heeft de appellant de gronden ingediend. De Raad heeft geoordeeld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat het verzuim niet aan de appellant kan worden verweten. Hierdoor is het verzet niet-ontvankelijk verklaard.
De uitspraak houdt in dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De beslissing is genomen door de enkelvoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de griffier D.W.M. Kaldenhoven de processtukken heeft vastgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan geraadpleegd worden via de rechtspraak.nl website.