ECLI:NL:CRVB:2015:3241
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en voldoende medische grondslag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) was vastgesteld op minder dan 35% arbeidsongeschikt. Appellante had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uwv, dat op 27 december 2012 was genomen, en dat haar met ingang van 18 januari 2013 geen recht op uitkering toekende. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep.
Appellante voerde in hoger beroep aan dat haar psychische beperkingen door de verzekeringsartsen van het Uwv waren onderschat. Ter onderbouwing overhandigde zij rapporten van GZ-psycholoog N.M. Spaargaren. Appellante verzocht de Raad om een onafhankelijk medisch deskundige te benoemen, omdat zij meende dat de rechtbank dit ten onrechte niet had gedaan. Het Uwv verzocht de aangevallen uitspraak te bevestigen.
De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht geen twijfels had over de vastgestelde belastbaarheid van appellante, zoals weergegeven in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). De verzekeringsgeneeskundige rapporten gaven een helder en overtuigend beeld van de beperkingen van appellante. De Raad concludeerde dat appellante in medisch opzicht in staat was om de werkzaamheden te verrichten die aan de aan de schatting ten grondslag gelegde functies waren verbonden. De rapporten van de psycholoog hadden geen betrekking op de datum in geding, en er was geen aanleiding om een onafhankelijk deskundige te benoemen.
Uiteindelijk bevestigde de Centrale Raad van Beroep de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat appellante terecht op minder dan 35% arbeidsongeschikt was geacht. Er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.