ECLI:NL:CRVB:2015:3184
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- J. Riphagen
- P.H. Banda
- Rechtspraak.nl
Einde WIA-uitkering na herbeoordeling arbeidsongeschiktheid en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, die een WIA-uitkering ontving, had hoger beroep ingesteld tegen de beëindiging van zijn uitkering per 24 mei 2012. De Raad oordeelde dat de medische grondslag van het bestreden besluit juist was en dat er geen aanleiding was om te oordelen dat de geselecteerde functies in medisch opzicht niet passend waren. De Raad heeft vastgesteld dat de deskundige op juiste wijze rekening heeft gehouden met de opbouwperiode van de appellant en dat de beëindiging van de uitkering terecht was. De Raad heeft ook de proceskostenvergoeding van € 2.450,- aan de appellant toegewezen, omdat het Uwv in de proceskosten werd veroordeeld. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, en het beroep tegen het besluit van 20 mei 2015 werd ongegrond verklaard. De Raad concludeerde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat er zwaardere beperkingen moesten worden aangenomen dan die in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) waren opgenomen. De deskundige had in zijn rapporten een zorgvuldige afweging gemaakt van de beperkingen van de appellant, en de Raad volgde dit oordeel.