ECLI:NL:CRVB:2015:3123
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de AOW-verzekering van een betrokkene na vertrek uit Nederland
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de AOW-verzekering van een betrokkene die van 4 september 2000 tot 20 oktober 2003 verzekerd was op grond van ingezetenschap. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had de betrokkene een AOW-pensioen toegekend met een korting van 94% voor de periode dat hij niet verzekerd was. De betrokkene, die in Portugal woonde, had in hoger beroep geen nieuwe argumenten aangevoerd tegen de beslissing van de Svb. De Raad oordeelde dat de bepalingen van de AOW dwingendrechtelijk zijn en dat de Svb niet bevoegd is om hiervan af te wijken. De rechtbank had eerder het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de Svb de betrokkene correct had aangemerkt als verzekerd voor de AOW gedurende de relevante periode. De betrokkene had geen bewijs geleverd dat hij zich vrijwillig had verzekerd na zijn vertrek uit Nederland. De uitspraak werd gedaan door T.L. de Vries, in aanwezigheid van griffier S. Aaliouli.