4.6.Betreffende de voorwaarden voor betaling van de helft van de kinderbijslag wordt als volgt overwogen. Artikel 18 van de AKW luidde gedurende de in geschil zijnde kwartalen - voor zover van belang - als volgt:
“5. Indien twee of meer personen over eenzelfde tijdvak recht hebben op kinderbijslag voor eenzelfde kind, in andere situaties dan bedoeld in het tweede en vierde lid, wordt betaald de kinderbijslag waarop degene recht heeft die de hoogste bijdrage in het onderhoud van dit kind levert. Aan de andere personen wordt geen kinderbijslag uitbetaald. (…)
6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot situaties van samenloop, bedoeld in het tweede, vierde en vijfde lid, nadere en aanvullende regels worden gesteld waarbij bepaald kan worden dat aan een ander persoon de kinderbijslag wordt uitbetaald dan de persoon, bedoeld in het vierde en vijfde lid.”
Ten tijde in geding gold het Besluit van 20 december 1991 ter voorkoming van samenloop van kinderbijslag (Samenloopbesluit kinderbijslag, Stb. 1991, 756) dat was gebaseerd op artikel 18 van de AKW. Artikel 5a van het Samenloopbesluit luidde ten tijde in geding als volgt:
“1. Indien twee personen op basis van een overeenkomst een kind overwegend in gelijke mate verzorgen en onderhouden, zonder met elkaar een gemeenschappelijke huishouding te voeren, wordt, tenzij in de overeenkomst anders is overeengekomen, de kinderbijslag waarop één van deze personen voor dit kind recht heeft, gelijk verdeeld betaald aan deze personen terwijl de kinderbijslag waarop de andere persoon recht heeft, niet wordt uitbetaald.”
Hieruit volgt dat indien kinderen op grond van een overeenkomst in gelijke mate worden verzorgd en onderhouden, beide personen recht hebben op betaling van de helft van de kinderbijslag. Daar is geen onderlinge toestemming over betaling van de kinderbijslag voor vereist. Integendeel, juist als beide personen een andere verdeling willen dan bij helfte, dienen zij dat nader overeen te komen. Indien geen sprake is van gelijke verzorging en onderhoud op basis van een overeenkomst, kan artikel 18, vijfde lid, een rol spelen. Op grond van dat artikellid is bepalend wie de hoogste bijdrage in het onderhoud van dit kind levert. Ook dan is geen onderlinge toestemming over betaling van de kinderbijslag vereist.
5. In 4.3 is geconcludeerd dat het bestreden besluit is gebaseerd op een onjuiste, althans onvolledige wettelijke grondslag. De Raad ziet daarom aanleiding met toepassing van artikel 8:51d van de Awb de Svb op te dragen dit gebrek in het bestreden besluit te herstellen.