ECLI:NL:CRVB:2015:3076
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- M. Hillen
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijzondere bijstand woonkostentoeslag en draagkrachtperiode
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin de rechtbank het beroep van appellant tegen het besluit van het dagelijks bestuur van de intergemeentelijke sociale dienst ongegrond heeft verklaard. Appellant ontvangt sinds 1 juli 2012 algemene bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en heeft een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand in de vorm van een woonkostentoeslag. Het dagelijks bestuur heeft deze toeslag toegekend, maar appellant is van mening dat de berekening niet correct is, omdat bepaalde kosten, zoals waterschapslasten en premie voor een kapitaalverzekering, niet zijn meegenomen. Hij stelt dat het dagelijks bestuur deze gegevens had moeten opvragen, aangezien hij niet in staat was om deze zelf aan te leveren. Daarnaast is appellant van mening dat de woonkostentoeslag ten onrechte is vastgesteld over een periode van anderhalf jaar, waardoor er geen rekening kan worden gehouden met normwijzigingen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellant beoordeeld en geconcludeerd dat het dagelijks bestuur terecht de waterschapslasten niet heeft meegenomen, omdat appellant geen gegevens heeft verstrekt. Ook is de premie voor de kapitaalverzekering niet als woonkosten aangemerkt, omdat deze is bedoeld voor vermogensopbouw. De Raad oordeelt dat het dagelijks bestuur in redelijkheid heeft kunnen aansluiten bij het systeem van de Wet op de huurtoeslag en dat de verplichting om de voorlopige teruggave 2012 te overleggen terecht is opgelegd. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.