ECLI:NL:CRVB:2015:2969
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de gespreksbevestiging als besluit in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Noord-Holland. De appellant had bezwaar gemaakt tegen een gespreksbevestiging die hij op 12 november 2012 had ontvangen na een gesprek bij de Brede Centrale Toegang Kennemerland (BCT). De gespreksbevestiging werd door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) aangemerkt. Het college verklaarde het bezwaar van de appellant kennelijk niet-ontvankelijk en wees een verzoek om een dwangsom af. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
De Raad overwoog dat de gespreksbevestiging geen schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan is die gericht is op enig rechtsgevolg. De gespreksbevestiging had een informatieve aard en bevatte feitelijke mededelingen over de besproken problematiek en de te volgen procedure voor het aanvragen van een uitkering. De Raad concludeerde dat het college terecht het bezwaar van de appellant niet-ontvankelijk had verklaard en dat er geen dwangsom verschuldigd was. Het hoger beroep van de appellant werd afgewezen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.