ECLI:NL:CRVB:2015:2914
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van de aanvraag voor een ANW-uitkering wegens te late aanmelding voor de vrijwillige verzekering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die in Nederland heeft gewerkt en in 1994 naar Marokko is teruggekeerd, had in november 2012 een aanvraag ingediend voor deelname aan de vrijwillige verzekering ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) en de Algemene nabestaandenwet (ANW). De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft deze aanvraag afgewezen, omdat de appellant zich niet tijdig had aangemeld voor de vrijwillige verzekering. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, met de overweging dat de overschrijding van de aanmeldingstermijn niet verschoonbaar was.
In hoger beroep heeft de appellant aangevoerd dat hij een WAO-uitkering heeft ontvangen en bereid is de premie voor de vrijwillige verzekering te betalen. De Raad heeft echter vastgesteld dat de appellant sinds 1994 niet meer in Nederland woont of werkt en dat hij niet langer verplicht verzekerd is geweest onder de AOW en ANW. De Raad heeft de relevante artikelen van de AOW en ANW in overweging genomen en geconcludeerd dat de aanmelding voor de vrijwillige verzekering niet binnen de vereiste termijn heeft plaatsgevonden. De Raad onderschrijft de beslissing van de rechtbank dat er geen omstandigheden zijn die de overschrijding van de aanmeldingstermijn verschoonbaar maken.
De Centrale Raad van Beroep heeft daarom het hoger beroep van de appellant afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.