ECLI:NL:CRVB:2015:2829
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering van appellant na medische en arbeidskundige onderzoeken
In deze zaak gaat het om de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, die zich op 19 oktober 2009 arbeidsongeschikt meldde vanwege beenklachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft na onderzoek vastgesteld dat appellant met ingang van 25 oktober 2012 minder dan 35% arbeidsongeschikt was, en heeft zijn aanvraag voor een WIA-uitkering afgewezen. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank Midden-Nederland heeft in een tussenuitspraak geoordeeld dat het bestreden besluit van het Uwv een deugdelijke medische grondslag had, maar dat de rapportage van de arbeidsdeskundige niet zorgvuldig was. De rechtbank heeft het Uwv de kans gegeven om het gebrek te herstellen.
Na nadere rapportages van de arbeidsdeskundige heeft de rechtbank in de uiteindelijke uitspraak geoordeeld dat de arbeidsdeskundige de signaleringen in de functies parkeercontroleur en productiemedewerker industrie voldoende had gemotiveerd. Appellant ging in hoger beroep, waarbij hij aanvoerde dat de functies niet passend waren vanwege overschrijding van zijn belastbaarheid. De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep beoordeeld en vastgesteld dat de gronden van appellant in essentie herhalingen waren van eerdere argumenten. De Raad concludeert dat de arbeidsdeskundige overtuigend heeft aangetoond dat er in de geselecteerde functies geen sprake is van overschrijding van appellants belastbaarheid.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, waarbij het hoger beroep van appellant niet slaagt. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep en is openbaar uitgesproken op 14 augustus 2015.