ECLI:NL:CRVB:2015:2682
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ingebrekestelling en dwangsom in bestuursrechtelijke context
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Het geschil betreft de vraag of een faxbericht van 27 december 2012, verzonden door de advocaat van betrokkene, kan worden aangemerkt als een ingebrekestelling in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Betrokkene ontving van 1 mei 2011 tot 1 januari 2012 een inkomensvoorziening en vanaf 1 januari 2012 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand. Appellant, het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen, heeft op 25 september 2012 de inkomensvoorziening en bijstand van betrokkene ingetrokken en een bedrag van € 15.847,32 teruggevorderd. Betrokkene heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het bestuursorgaan heeft niet tijdig beslist.
De Raad overweegt dat een ingebrekestelling als bedoeld in artikel 4:17, derde lid, van de Awb vereist dat de belanghebbende het bestuursorgaan maant om alsnog een besluit te nemen. De Raad concludeert dat de brief van 27 december 2012 aan deze eisen voldoet, omdat deze duidelijk aangeeft dat het bestuursorgaan niet tijdig heeft beslist en dat er een verzoek is gedaan om zo spoedig mogelijk een beslissing te nemen. De Raad sluit aan bij eerdere rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin soortgelijke eisen aan een ingebrekestelling zijn gesteld.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. De Raad benadrukt dat het niet noodzakelijk is dat in de ingebrekestelling expliciet aanspraak wordt gemaakt op een dwangsom, zolang de elementen van een ingebrekestelling aanwezig zijn. De uitspraak wordt openbaar uitgesproken en de kosten voor het griffierecht worden vastgesteld op € 493,-.