ECLI:NL:CRVB:2015:2676
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- P.H. Banda
- R.P.T. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtsgevolgen van bestreden besluiten inzake WIA-uitkering en kosten van rechtsbijstand
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraken van de rechtbank Arnhem, die betrekking hebben op haar WIA-uitkering. Appellante, die eerder als onroerend-goed-spotter werkte, meldde zich ziek met psychische klachten en vroeg een uitkering aan op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Het Uwv weigerde haar aanvraag, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Na een aantal bestreden besluiten, waarbij het Uwv haar uiteindelijk een loongerelateerde WGA-uitkering toekende, heeft de rechtbank de beroepen tegen de eerdere besluiten gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van de bestreden besluiten in stand gelaten. Appellante ging in hoger beroep, onder andere tegen de afwijzing van haar verzoek om vergoeding van kosten van rechtsbijstand.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraken van de rechtbank. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) extensief uit te leggen en dat de medische beoordelingen van het Uwv voldoende zorgvuldig waren. De Raad vond dat de informatie van de behandelende psychiater, die betrekking had op een periode na de data in geding, geen nieuw licht op de zaak wierp. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat de aangevallen uitspraken moesten worden bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.