ECLI:NL:CRVB:2015:254
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- J.F. Bandringa
- E.C.R. Schut
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering AIO-aanvulling wegens overschrijding vermogensgrens en bezit van onroerend goed in Turkije
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van de AIO-aanvulling van appellant door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellant ontving van 2 juni 1991 tot en met 30 juni 2010 bijstand en vanaf 1 juli 2010 een AIO-aanvulling. De Svb heeft op basis van informatie over onroerend goed in Turkije, dat appellant zou bezitten, de AIO-aanvulling met terugwerkende kracht ingetrokken. De zaak is in hoger beroep gekomen na een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland, die het beroep van appellant ongegrond verklaarde.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de Svb voldoende bewijs heeft dat appellant een woning in Turkije bezit, waarvan de waarde de vermogensgrens overschrijdt. Dit is onderbouwd door een rapport van een medewerker van de Nederlandse Ambassade in Ankara, die de eigendomsregistraties heeft gecontroleerd. Appellant heeft betwist dat hij onroerend goed bezit, maar de Raad oordeelt dat de Svb op basis van de door appellant zelf verstrekte informatie en de onderzoeksresultaten van de Svb mocht concluderen dat appellant over vermogen beschikt dat boven de vrij te laten grens ligt.
De Raad heeft geoordeeld dat de intrekking van de AIO-aanvulling terecht is gebeurd en dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. De uitspraak van de rechtbank Gelderland wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.