ECLI:NL:CRVB:2015:2338
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van herhaalde aanvraag om uitkering op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 met schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1937 in het voormalig Nederlands-Indië, herhaaldelijk aanvragen ingediend voor een uitkering op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). De aanvragen zijn in het verleden afgewezen op basis van het ontbreken van oorlogsgebeurtenissen in de zin van de wet. In 2010 werd echter erkend dat appellante oorlogsgeweld had ondergaan, maar haar verzoek om een toeslag en voorzieningen werd afgewezen omdat haar psychische klachten en verwondingen niet leidden tot blijvende invaliditeit. Na een nieuwe aanvraag in 2012 werd opnieuw afwijzend beslist, wat leidde tot beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad heeft de zaak beoordeeld aan de hand van medische rapporten en concludeerde dat het bestreden besluit zorgvuldig tot stand was gekomen. De Raad oordeelde dat de beperkingen van appellante niet waren onderschat en dat er geen nieuwe gezichtspunten waren die tot een ander oordeel konden leiden. Het beroep werd ongegrond verklaard.
Daarnaast verzocht appellante om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad oordeelde dat de totale procedure langer dan twee en een half jaar had geduurd, maar korter dan drie jaar. De behandeling in de rechterlijke fase was langer dan gerechtvaardigd, wat leidde tot een schadevergoeding van € 500,- ten laste van de Staat. De Raad verklaarde het beroep ongegrond en veroordeelde de Staat tot betaling van de schadevergoeding.