In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. De appellant, geboren in 1967 en lijdend aan een Autisme Spectrum Stoornis, had in 2006 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering. Het Uwv kende hem een uitkering toe met terugwerkende kracht tot 24 november 2005, maar de appellant betwistte de ingangsdatum van de wettelijke rente over de nabetaling. De Raad oordeelde dat het Uwv de ingangsdatum van de wettelijke rente niet correct had vastgesteld. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak en het bestreden besluit van het Uwv, en herstelde de ingangsdatum van de wettelijke rente naar 1 februari 2007. De Raad oordeelde dat de appellant schade had geleden door onrechtmatige besluiten van het Uwv in 1985 en 1991, maar dat de hoogte van de schade mede aan de appellant kon worden toegerekend omdat hij geen rechtsmiddelen had aangewend tegen die besluiten. De Raad veroordeelde het Uwv tot vergoeding van de proceskosten van de appellant.