ECLI:NL:CRVB:2015:2147
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.H. Bel
- J.T.H. Zimmerman
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand wegens onvolledige vermogensopgave
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. Appellante ontving sinds 1 maart 2011 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Bij de aanvraag in maart 2011 heeft zij echter niet volledig inzicht gegeven in haar vermogenspositie, doordat zij slechts één van de twee spaarkasovereenkomsten met het Spaarfonds heeft overgelegd. Dit leidde tot een herziening van de bijstand en een terugvordering van € 3.192,25 over de periode van 1 maart 2011 tot en met 22 juli 2011. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarna appellante in hoger beroep ging.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante in de relevante periode twee spaarkasovereenkomsten had, die door het college zijn gewaardeerd op bedragen die boven de vermogensgrens lagen. Appellante voerde aan dat zij de inlichtingenverplichting niet had geschonden, omdat zij beide polissen aan het college had doorgegeven. De Raad oordeelde echter dat appellante bij haar aanvraag om bijstand alleen melding had gemaakt van één polis en dat zij niet aan haar verplichting had voldaan om alle relevante informatie te verstrekken. De Raad bevestigde dat appellante redelijkerwijs had moeten begrijpen dat zij het college over beide polissen moest informeren.
Daarnaast betoogde appellante dat de spaarkasovereenkomsten niet aan haar toebehoorden, maar aan haar zoon. De Raad verwierp dit argument, aangezien appellante als inschrijver op de polissen stond en dus de begunstigde was. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank, zonder veroordeling in de proceskosten.