ECLI:NL:CRVB:2015:2145
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.H. Bel
- J.T.H. Zimmerman
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsaanvraag en gegevensverstrekking
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die op 19 december 2013 het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam ongegrond verklaarde. Appellant had op 7 december 2012 een aanvraag om bijstand ingediend, maar het college stelde deze aanvraag op 19 februari 2013 buiten behandeling omdat appellant niet alle benodigde gegevens had overgelegd. Het college had appellant verzocht om bankafschriften van zijn rekeningen over een periode van juni 2011 tot 1 februari 2013, maar appellant voldeed niet aan dit verzoek. Het college baseerde zijn besluit op artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat een aanvraag niet in behandeling kan worden genomen als de verstrekte gegevens onvoldoende zijn.
In hoger beroep voerde appellant aan dat het college onterecht de aanvraag niet in behandeling had genomen en dat hij niet voldoende tijd had gekregen om de gevraagde gegevens te verstrekken. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen, omdat appellant niet had aangetoond dat hij de gevraagde gegevens niet kon overleggen. De Raad benadrukte dat het college recht had om inzicht te krijgen in de financiële situatie van appellant, vooral gezien het feit dat hij beschikte over een erfenis van meer dan € 70.000. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde.