Uitspraak
6 augustus 2013, 13/451 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
27 januari 2012 onderzocht door een andere verzekeringsarts. Deze arts heeft appellante op basis van eigen onderzoek en informatie van de huisarts belastbaar voor arbeid geacht overeenkomstig de opgestelde Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 2 februari 2012. Na arbeidskundig onderzoek, waarbij appellante geschikt werd geacht voor passende werkzaamheden, heeft het Uwv bij besluit van 7 juni 2012 de IVA-uitkering met ingang van
8 augustus 2012 ingetrokken omdat appellante niet langer arbeidsongeschikt werd geacht. Bij besluit van 11 januari 2013 (bestreden besluit) heeft het Uwv, na advisering door een verzekeringsarts bezwaar en beroep, het bezwaar van appellante tegen het besluit van 7 juni 2012 ongegrond verklaard.
GZ-psycholoog D. Ince-Özcan, bij wie appellante sinds oktober 2013 in behandeling was, geeft geen aanleiding tot twijfel aan de juistheid van de verzekeringsgeneeskundige beoordeling door het Uwv omdat in dit rapport slechts een beschrijvende diagnose is gegeven die niet is gericht op de situatie van appellante rond de datum in geding, 8 augustus 2012, en die dan ook geen aanknopingspunten biedt om een ernstiger medische situatie op de datum in geding aan te nemen dan waarvan het Uwv is uitgegaan.
14 december 2007, ECLI:NL:2007:BC1691 ligt besloten dat de in artikel 9, aanhef en
onder e, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten bedoelde kenmerken op grond waarvan van een werkgever in redelijkheid niet kan worden verlangd appellante in bepaalde arbeid te werk te stellen, betrekking hebben op andere aspecten dan de aspecten die in aanmerking worden genomen bij de vraag naar de passendheid van geselecteerde functies in medisch en arbeidskundig opzicht. Nu bij de vraag naar de passendheid van de geselecteerde functies in medisch en arbeidskundig opzicht rekening is gehouden met het totaal van vastgestelde medische beperkingen van appellante ten aanzien van haar persoonlijk en sociaal functioneren, kunnen deze beperkingen rechtens niet tevens worden aangemerkt als kenmerken bedoeld in artikel 9, aanhef en onder e, van het Schattingsbesluit.