ECLI:NL:CRVB:2015:1703
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de opgelegde maatregel van bijstandsverlaging wegens bedreiging van consulenten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Overijssel. De appellant, die sinds 1 januari 2001 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had zijn bijstand met 100% verlaagd gekregen na bedreigingen aan het adres van consulenten tijdens een re-integratiegesprek. De Raad oordeelde dat er geen sprake was van zaakgericht of mensgericht fysiek geweld, wat een maatregel van 100% zou rechtvaardigen. De Raad concludeerde dat de combinatie van verbaal geweld en intimidatie onvoldoende grondslag bood voor de maximale maatregel. De Raad herstelde de beslissing door de bijstandsverlaging te verlagen naar 50% voor de duur van een maand, wat in overeenstemming werd geacht met de ernst van de gedragingen van de appellant. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep gegrond, waarbij het college werd veroordeeld in de proceskosten van de appellant.