ECLI:NL:CRVB:2015:1613
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstand wegens weigering mee te werken aan onderzoek naar arbeidsperspectief
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant, die bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), had geweigerd mee te werken aan een onderzoek dat was aangevraagd door het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven. Dit onderzoek was bedoeld om inzicht te verkrijgen in zijn arbeidsperspectief. De appellant was op 12 juli 2012 wel verschenen voor het onderzoek, maar weigerde om medewerking te verlenen. Hierop heeft het college besloten om de bijstand van de appellant over de maand augustus 2012 met 40% te verlagen, wat later werd bevestigd in een bestreden besluit.
De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen dit besluit gegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep heeft in hoger beroep geoordeeld dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat de appellant niet had meegewerkt aan het onderzoek. De Raad bevestigde dat de appellant op 12 juli 2012 had moeten meewerken aan het onderzoek, en dat het college op basis van de geldende verordening de bijstand terecht had verlaagd. De Raad voegde hieraan toe dat de eerdere medewerking van de appellant aan een soortgelijk onderzoek op 7 april 2013 niet relevant was voor de beoordeling van zijn gedrag op 12 juli 2012.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, wat betekent dat de verlaging van de bijstand met 40% gedurende de maand oktober 2012 in stand blijft. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.