ECLI:NL:CRVB:2015:1581
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering toelating tot vrijwillige verzekering AOW en ANW na termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant, geboren in 1963 en woonachtig in Marokko, had verzocht om toelating tot de vrijwillige verzekering voor de Algemene Ouderdomswet (AOW) en de Algemene Nabestaandenwet (ANW). Dit verzoek werd afgewezen door de Sociale Verzekeringsbank (Svb) op basis van het feit dat de aanmelding niet binnen de voorgeschreven termijn had plaatsgevonden. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat de appellant in hoger beroep aanvecht.
De Raad overweegt dat de appellant in Nederland heeft gewerkt en een WAO-uitkering heeft ontvangen, maar dat hij niet voldoet aan de wettelijke voorwaarden voor toelating tot de vrijwillige verzekering. De appellant had zich pas twee jaar na de toekenning van de WAO-uitkering tot de Svb gewend, wat volgens de Raad niet binnen een redelijke termijn is. De Raad bevestigt de conclusie van de rechtbank dat de Svb terecht heeft geweigerd de appellant toe te laten tot de vrijwillige verzekering, omdat hij in de periode van een jaar voorafgaand aan de aanvraag niet verplicht verzekerd was voor de AOW en ANW.
De Raad concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding kunnen verontschuldigen. De beslissing van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.