ECLI:NL:CRVB:2015:1502
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag vrijwillige verzekering AOW wegens te late aanmelding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant, geboren in 1958 en in 1989 als vluchteling naar Nederland gekomen, had op 26 januari 2012 een aanvraag ingediend voor deelname aan de vrijwillige verzekering ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) over de periode van 13 oktober 1973 tot en met 27 februari 1991. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft deze aanvraag afgewezen, omdat appellant zich niet tijdig had aangemeld voor de vrijwillige verzekering. De Svb stelde dat de overschrijding van de aanmeldingstermijn niet verschoonbaar was.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard, en ook in hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de afwijzing bevestigd. De Raad oordeelde dat appellant niet binnen de gestelde termijn van één, vijf of tien jaar had aangemeld voor de vrijwillige verzekering. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank dat de overschrijding van de aanmeldtermijn niet verschoonbaar was. Appellant had aangevoerd dat er specifieke omstandigheden waren die de termijnoverschrijding zouden rechtvaardigen, maar de Raad oordeelde dat het de verantwoordelijkheid van appellant zelf was om tijdig informatie in te winnen over de mogelijkheden van vrijwillige verzekering.
De Raad concludeerde dat de Svb geen algemene plicht had om immigranten te informeren over de vrijwillige verzekering en dat de mislukte remigratie van appellant naar Jordanië in 2005 geen invloed had op de beoordeling van zijn aanvraag. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees de verzoeken van appellant af. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat daarvoor geen aanleiding bestond.