ECLI:NL:CRVB:2015:1376
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid met terugwerkende kracht na eerder verleend en ingetrokken strafontslag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarbij het beroep van appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag ongegrond werd verklaard. Appellant, die sinds 1 februari 1999 werkzaam was bij de gemeente Den Haag, was per 24 april 2006 volledig arbeidsongeschikt geraakt. Op 14 juni 2011 verleende het college appellant disciplinair ontslag wegens ernstig plichtsverzuim, maar dit besluit werd op 14 juni 2012 ingetrokken. In plaats daarvan verleende het college appellant met terugwerkende kracht ontslag wegens volledige arbeidsongeschiktheid, met ingang van 14 juni 2011.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het niet ongeoorloofd is om de oorspronkelijke ingangsdatum van het ontslag te handhaven, mits deze handhaving voldoet aan de toetsing aan het geschreven en ongeschreven recht. De Raad stelt vast dat op de ingangsdatum van het ontslag, 14 juni 2011, voldaan werd aan de voorwaarden van artikel 8:4 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag (ARG). Appellant was op dat moment voor 80% of meer arbeidsongeschikt en had recht op een WGA-uitkering. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en oordeelt dat het ontslagbesluit van 14 juni 2012 terecht is genomen, aangezien het binnen de wettelijke termijn na het meest recente WIA-besluit is gedaan.
De Raad komt tot de conclusie dat de aangevallen uitspraak, voor zover deze is aangevochten, moet worden bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.