ECLI:NL:CRVB:2015:1346
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van toeslag aan appellant die naar Turkije is gemigreerd met behoud van WAO-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die in 2011 met behoud van zijn WAO-uitkering naar Turkije is gemigreerd, verzocht om een toeslag op basis van de Toeslagenwet (TW) per 12 juli 2012. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft dit verzoek afgewezen, met als argument dat volgens artikel 4a van de TW geen recht op toeslag bestaat voor personen die buiten Nederland wonen. Dit artikel is ingevoerd per 1 januari 2000 bij de Wet beperking export uitkeringen.
De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de appellant aangevoerd dat de weigering van de toeslag discriminerend is, omdat hij niet in Nederland kan remigreren vanwege het gebrek aan geschikte woonruimte. De Raad heeft echter geoordeeld dat het woonplaatsvereiste van artikel 4a van de TW objectief gerechtvaardigd is en dat de toepassing van dit vereiste niet in strijd is met de discriminatieverboden van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en politieke rechten.
De Raad heeft geconcludeerd dat de weigering om de appellant een toeslag toe te kennen niet gerelateerd is aan zijn Turkse afkomst of de nationaliteit van zijn echtgenote, maar uitsluitend aan het feit dat hij niet in Nederland woont. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 10 april 2015.