ECLI:NL:CRVB:2015:1221
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake persoonsgebonden budget
Op 24 maart 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 13/2718 AWBZ-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van appellante, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad had eerder op 3 december 2014 geoordeeld dat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend, zonder dat de gemachtigde een verklaring had gegeven voor de overschrijding van de beroepstermijn. Appellante stelde dat zij recht had op een persoonsgebonden budget, maar er waren geen feiten of omstandigheden die de termijnoverschrijding konden rechtvaardigen.
In de huidige uitspraak verklaart de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond. De Raad heeft vastgesteld dat er geen nieuwe argumenten zijn gepresenteerd die de eerdere beslissing zouden kunnen ondermijnen. Wel heeft de Raad bepaald dat het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 118,- aan appellante wordt terugbetaald. De griffier van de Centrale Raad van Beroep is belast met deze terugbetaling. De Raad heeft geen aanleiding gezien om appellante te veroordelen in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is gedaan in een enkelvoudige kamer, waarbij niemand ter zitting is verschenen.