ECLI:NL:CRVB:2015:1220

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 maart 2015
Publicatiedatum
16 april 2015
Zaaknummer
13-4841 ZVW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaald griffierecht

Op 24 maart 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 13/4841 ZVW-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De appellant, die in financiële problemen verkeert en om religieuze redenen geen uitkering kan aanvragen, heeft in zijn verzetschrift aangevoerd dat hij niet in staat is het griffierecht te betalen. Tijdens de zitting was er niemand aanwezig om de appellant te vertegenwoordigen.

De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de appellant in het verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een andere beoordeling van zijn situatie. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen reden is om te oordelen dat de appellant niet in verzuim is geweest. De beslissing om het verzet ongegrond te verklaren is dan ook in lijn met de eerdere uitspraak, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard.

De griffier, D.W.M. Kaldenhoven, en de voorzitter, T.G.M. Simons, hebben de uitspraak ondertekend. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet, aangezien de appellant geen nieuwe argumenten heeft gepresenteerd die de Raad zouden kunnen overtuigen van zijn standpunt.

Uitspraak

Datum uitspraak: 24 maart 2015
13/4841 ZVW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 27 augustus 2013, 12/6147 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
Zorginstituut Nederland als rechtsopvolger van het College voor zorgverzekeringen
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: D.W.M. Kaldenhoven
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht van 16 juli 2014 heeft de Raad het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
In het verzetschrift heeft appellant aangegeven dat hij niet in staat is het griffierecht te betalen aangezien hij grote financiële problemen ondervindt. Appellant is sinds 2012 in afwachting van een grote som geld en mag bovendien op grond van zijn geloof geen uitkering aanvragen.
De Raad stelt vast dat appellant (ook) in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij niet in verzuim is geweest.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven (getekend) T.G.M. Simons

NK