ECLI:NL:CRVB:2015:1219

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 maart 2015
Publicatiedatum
16 april 2015
Zaaknummer
14-22 WAO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet tijdig ingediend verzet in hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Limburg

Op 24 maart 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/22 WAO-V. Deze uitspraak betreft een verzet dat niet tijdig is ingediend door de appellante. De appellante had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg van 18 november 2013, maar het verzetschrift werd niet op tijd ingediend. Tijdens de zitting was er niemand aanwezig om de appellante te vertegenwoordigen. De voorzitter van de enkelvoudige kamer, T.G.M. Simons, heeft in het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak vastgesteld dat de appellante niet heeft aangetoond dat zij door een ziekenhuisopname niet in staat was om tijdig verzet te doen. De Raad concludeert dat er geen feiten of omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de appellante niet in verzuim is geweest. Daarom verklaart de Centrale Raad van Beroep het verzet niet-ontvankelijk. Tevens is er geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is openbaar gemaakt en geregistreerd onder ECLI:NL:CRVB:2015:1219.

Uitspraak

Datum uitspraak: 24 maart 2015
14/22 WAO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 18 november 2013, 12/1719 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: D.W.M. Kaldenhoven
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

De Raad stelt vast dat het verzetschrift niet tijdig is ingediend. De stelling van appellante dat zij in verband met een ziekenhuisopname niet in staat was om tijdig verzet te doen, is niet met stukken onderbouwd. De Raad is daarom van oordeel dat appellante geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat zij niet in verzuim is geweest.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven (getekend) T.G.M. Simons

NK