ECLI:NL:CRVB:2015:1218
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Amsterdam inzake tijdigheid hogerberoepschrift
Op 24 maart 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 6 november 2012. De zaak betreft een verzet tegen de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep, dat door appellante was ingesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft het verzet ongegrond verklaard. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend, omdat de termijn voor het indienen van het hoger beroep op 18 december 2012 was verstreken. De appellante had op 24 juni 2014 het hogerberoepschrift ter post bezorgd, wat te laat was.
De Raad heeft vastgesteld dat de uitspraak van de rechtbank op 6 november 2012 op het juiste adres van appellante was verzonden, maar retour was ontvangen. Een tweede verzending op 8 januari 2013 en een derde op 22 mei 2014 hebben geen invloed gehad op de termijn voor het indienen van het hoger beroep. Appellante heeft in haar verzetschrift aangevoerd dat zij correspondentie vaak laat ontvangt, maar de Raad heeft deze reden niet als verschoonbaar erkend. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die zouden kunnen leiden tot een andere conclusie over de termijnoverschrijding.
De Centrale Raad van Beroep heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten van het verzet te veroordelen. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, met T.G.M. Simons als voorzitter en D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De uitspraak is openbaar gedaan en de beslissing is in het Frans bevestigd.