ECLI:NL:CRVB:2015:1208

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 maart 2015
Publicatiedatum
15 april 2015
Zaaknummer
14-3324 AOW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake AOW

Op 24 maart 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/3324 AOW-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk werd verklaard. De appellant, woonachtig in Marokko, had aangevoerd dat hij in een afgelegen dorp woont en dat de post niet tijdig wordt bezorgd, wat hem zou hebben verhinderd om tijdig hoger beroep in te stellen tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 1 april 2014 (zaaknummer 13/3847).

De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de appellant in zijn verzet geen bewijsstukken heeft overgelegd die aantonen dat hij de aangevallen uitspraak op een tijdstip heeft ontvangen waarop hij nog tijdig hoger beroep kon instellen. De Raad heeft ook geen andere feiten of omstandigheden kunnen vaststellen die erop wijzen dat de appellant niet in verzuim is geweest. Daarom heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard.

De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, met T.G.M. Simons als voorzitter en D.W.M. Kaldenhoven als griffier. Er is niemand ter zitting verschenen. De Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten van het verzet te veroordelen. De uitspraak is gepubliceerd op 16 april 2015 en is te vinden op Rechtspraak.nl.

Uitspraak

Datum uitspraak: 24 maart 2015
14/3324 AOW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 1 april 2014, 13/3847 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: D.W.M. Kaldenhoven
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht van 26 september 2014 heeft de Raad het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het hoger beroepschrift niet tijdig is ingediend.
In verzet heeft appellant aangevoerd dat hij in een afgelegen dorp woont en post niet tijdig wordt bezorgd.
De Raad stelt vast dat appellant in verzet geen bewijsstukken heeft overgelegd waaruit kan worden afgeleid dat hij de aangevallen uitspraak heeft ontvangen op een tijdstip waarop niet meer tijdig hoger beroep kon worden ingesteld. Nu ook overigens niet is gebleken van feiten of omstandigheden die leiden tot het oordeel dat appellant niet in verzuim is geweest, moet het verzet ongegrond worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven (getekend) T.G.M. Simons

NK