ECLI:NL:CRVB:2015:1201

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 maart 2015
Publicatiedatum
15 april 2015
Zaaknummer
14-1954 AKW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring in hoger beroep inzake sociale zekerheidsuitkering

Op 24 maart 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/1954 AKW-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard. De appellant, woonachtig in Marokko, had in verzet aangevoerd dat hij problemen had met de ontvangst van aangetekende brieven, omdat zijn achternaam niet altijd volledig op de brieven stond en er meerdere personen met dezelfde voorletter zijn. Hij stelde dat de brief van de Raad mogelijk door iemand anders was ontvangen.

De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de appellant in zijn verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat hij niet in verzuim was. De Raad concludeerde dat de brief van 12 mei 2014, die de basis vormde voor de niet-ontvankelijk verklaring, correct was geadresseerd en dat er geen aanleiding was om de proceskosten van het verzet te vergoeden. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing en verklaarde het verzet ongegrond.

De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de griffier D.W.M. Kaldenhoven aanwezig was. Ter zitting is niemand verschenen, en de Raad heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld. De uitspraak is gepubliceerd op 15 april 2015.

Uitspraak

Datum uitspraak: 24 maart 2015
14/1954 AKW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 7 maart 2014, 13/4047 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: D.W.M. Kaldenhoven
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht van 1 augustus 2014 heeft de Raad het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat de gronden van het hoger beroep niet binnen de in de - aangetekend verzonden - brief van 12 mei 2014 gestelde termijn zijn ingediend.
In verzet heeft appellant aangevoerd dat de post in Marokko soms weigert om aangetekende brieven aan hem te overhandigen aangezien zijn achternaam niet altijd volledig op de brieven staat vermeld en er meer mensen met dezelfde voorletter zijn. Appellant stelt dat de brief van de Raad misschien door iemand anders in ontvangst is genomen.
De Raad is van oordeel dat appellant in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij niet in verzuim is geweest. Uit de gedingstukken blijkt dat de brief van de Raad van 12 mei 2014 de juiste tenaamstelling en adressering bevat.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven (getekend) T.G.M. Simons

NK