ECLI:NL:CRVB:2015:1169
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de noodzaak tot verhuizen op psychische of psychosociale gronden in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant had een aanvraag ingediend voor een vergoeding van de kosten van verhuizing en inrichting op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De commissie Sociale Zekerheid van de gemeente Breda had deze aanvraag afgewezen, omdat er volgens hen geen belemmeringen waren die het uitvoeren van de dagelijkse levensverrichtingen belemmerden. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, wat de appellant in hoger beroep aanvecht.
De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder het medisch advies van arts Klootwijk, die concludeerde dat er geen strikte noodzaak tot verhuizen was op psychische of psychosociale gronden. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht geen aanleiding zag om te twijfelen aan de juistheid van dit medisch advies. Appellant had geen medische stukken overgelegd die de conclusie van de arts tegenspraken. De Raad bevestigde dat het onderzoek door de medisch adviseur zorgvuldig was uitgevoerd en dat de conclusie van de arts voldoende onderbouwd was.
Uiteindelijk kwam de Raad tot de conclusie dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak werd openbaar gedaan op 1 april 2015.