ECLI:NL:CRVB:2015:1157
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- E.E.V. Lenos
- L.J.A. Damen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag ouderdomspensioen AOW voor tweede echtgenote zonder huwelijkse tijdvakken
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag voor een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW). De appellante, geboren in 1946 en als tweede echtgenote gehuwd met een man die enige tijd in Nederland heeft gewoond en gewerkt, heeft geen huwelijkse tijdvakken vervuld die volgens het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen Nederland en Marokko (NMV) kunnen leiden tot een verzekering voor de AOW.
De appellante had eerder een nabestaandenuitkering ontvangen op basis van de Algemene nabestaandenwet (ANW), maar deze werd beëindigd toen zij de leeftijd van 65 jaar bereikte. Na haar verzoek om een ouderdomspensioen werd haar aanvraag afgewezen, omdat zij nooit zelf in Nederland heeft gewoond of gewerkt. De Sociale verzekeringsbank (Svb) verklaarde het bezwaar van appellante ongegrond, wat leidde tot de rechtszaak.
De rechtbank Amsterdam had het beroep van appellante tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat het feit dat de overleden echtgenoot in Nederland heeft gewerkt, niet voldoende is om recht te geven op een AOW-pensioen, aangezien appellante niet voldoet aan de vereisten van de NMV. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.