ECLI:NL:CRVB:2014:931
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R. Kooper
- C.H. Bangma
- M.C.D. Embregts
- Rechtspraak.nl
Disciplinair ontslag wegens ernstig plichtsverzuim van ambtenaar met arbeidsongeschiktheid en privégebruik van zakelijke telefoon
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen, waarbij een ambtenaar, appellant, disciplinair ontslagen is wegens ernstig plichtsverzuim. Appellant was sinds 1 augustus 2008 in dienst als regievoerder bij de Dienst Terugkeer en Vertrek en meldde zich op 21 april 2009 ziek. Ondanks zijn arbeidsongeschiktheid heeft hij werkzaamheden verricht bij een zorgboerderij, wat niet gemeld is bij zijn leidinggevende. Dit leidde tot een disciplinair onderzoek en uiteindelijk tot het ontslagbesluit van 1 november 2010, dat door de minister werd gehandhaafd na bezwaar. De rechtbank verklaarde het beroep tegen dit besluit ongegrond.
Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn gedragingen niet aan hem kunnen worden toegerekend, omdat hij overspannen was. De Raad overweegt dat de verklaringen van de psycholoog niet voldoende zijn om aan te tonen dat appellant niet in staat was om de ontoelaatbaarheid van zijn gedrag in te zien. De Raad oordeelt dat de minister terecht heeft geoordeeld dat de gedragingen van appellant, waaronder het niet melden van zijn werkzaamheden en het overmatig privégebruik van zijn zakelijke telefoon, ernstig plichtsverzuim opleveren. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt. De gevolgen van het ontslag zijn zwaar voor appellant, maar de ernst van het plichtsverzuim rechtvaardigt de opgelegde disciplinaire maatregel.