ECLI:NL:CRVB:2014:90
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- P.J.M. Crombach
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijstandsrechten en de voorwaarden voor langdurigheidstoeslag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van bijstandsrechten aan appellante, die eerder aanvragen had ingediend voor algemene bijstand, garantietoeslag en langdurigheidstoeslag. De Raad oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die rechtvaardigden dat met terugwerkende kracht algemene bijstand verleend kon worden. Appellante had in het verleden middelen boven de bijstandsnorm, waardoor zij geen recht had op de gevraagde bijstand. De rechtbank had eerder de afwijzing van de aanvragen door het college van burgemeester en wethouders van Dongen bevestigd, maar de Raad vernietigde de uitspraak voor zover deze betrekking had op de garantietoeslag voor voormalige eenoudergezinnen. De Raad oordeelde dat appellante geen recht had op deze garantietoeslag omdat zij op het moment dat haar jongste kind achttien jaar werd, geen recht had op bijstand. De Raad bevestigde de eerdere besluiten van het college, maar verklaarde het beroep gegrond voor de garantietoeslag, waarbij de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand werden gelaten. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 487,- en werd het griffierecht van € 115,- vergoed.