ECLI:NL:CRVB:2014:877
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 maart 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 6 juli 2013. De zaak betreft een verzet tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 19 november 2013, waarin het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk was verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellante, vertegenwoordigd door mr. T.R. Dicke, heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak. De Raad heeft overwogen dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn van vier weken was bijgeschreven op de rekening van de Raad, maar heeft ook rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden van het geval. Na het verzet heeft appellante het griffierecht alsnog tijdig voldaan. Hierdoor heeft de Raad geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest. De uitspraak van 19 november 2013 is vervallen en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De Raad heeft geen grond gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.