ECLI:NL:CRVB:2014:690
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens niet-betaald griffierecht
Op 24 februari 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 13/4843 AOW-V. Deze uitspraak betreft een hoger beroep waarbij de appellant in verzet is gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 25 juli 2013. In deze eerdere uitspraak was het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De appellant, die in Marokko woont, heeft in het verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat hij niet in verzuim is geweest met betrekking tot de betaling van het griffierecht. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er ook anderszins geen aanwijzingen zijn dat de appellant niet in verzuim was. Hierdoor heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, waarbij T.G.M. Simons als voorzitter fungeerde en D.W.M. Kaldenhoven als griffier optrad. Tijdens de zitting was er niemand aanwezig om de appellant te vertegenwoordigen. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien om de proceskosten van het verzet te veroordelen. De uitspraak is openbaar gedaan en is vastgelegd in een proces-verbaal.