ECLI:NL:CRVB:2014:687

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 februari 2014
Publicatiedatum
3 maart 2014
Zaaknummer
13-1867 WAO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens niet-betaling griffierecht

Op 24 februari 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 13/1867 WAO-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De appellant, woonachtig in Marokko, heeft in het verzet geen feiten of omstandigheden aangevoerd die erop wijzen dat hij niet in verzuim is geweest. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant zijn bewering dat hij het griffierecht tijdig heeft betaald, niet met bewijsstukken heeft onderbouwd. Hierdoor kon de Raad niet anders concluderen dan dat het verzet ongegrond was. Tijdens de zitting was er niemand aanwezig om de appellant te vertegenwoordigen. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met T.G.M. Simons als voorzitter en D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De uitspraak is gepubliceerd op rechtspraak.nl en is toegankelijk via de ECLI: NL:CRVB:2014:687.

Uitspraak

Datum uitspraak: 24 februari 2014
13/1867 WAO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 11 februari 2013, 12/2756 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: D.W.M. Kaldenhoven
Ter zitting is niemand verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht van 23 oktober 2013 heeft de Raad het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
De Raad is van oordeel dat appellant in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij niet in verzuim is geweest. Appellant heeft zijn stelling dat hij het griffierecht binnen de gestelde termijn heeft betaald niet met stukken onderbouwd.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven (getekend) T.G.M. Simons

TM